Nederlandse veevoerbedrijven eisen compensatie voor reductie veestapel

De Nederlandse overheid dringt aan op een reductie van de veestapel om de stikstofimpact op natuurgebied te beperken. Onze noorderburen reserveren geld om stoppende boeren te compenseren. Veevoederbedrijf Fransen Gerrits zegt eveneens geraakt te worden door de reductie van de veestapel, maar hij wordt niet gecompenseerd door de overheid. "Wij vragen ons af of dat juridisch terecht is", zegt Huub Fransen, directeur van Fransen Gerrits. “Als de overheid vindt dat men ondernemers moet compenseren voor een dergelijke sanering, dan moet men dat consequent doortrekken en ook andere ondernemers in de keten compenseren.”

Het bedrijf stapt samen met P. Bos Veevoeders naar de rechter. Welk bedrag het bedrijf eist als compensatie kan Gerrits niet zeggen. Hij merkt wel op dat de verkoop van voeder rechtstreeks gelinkt is aan de grootte van de veestapel in Nederland. Als gevolg van de landelijke inkrimping van de varkensstapel twee jaar geleden met 7 procent, zag hij de omzet van varkensvoeder dalen met 9 procent.

Hoeveel zijn omzet zal dalen als gevolg van de stikstofplannen, weet Gerrits nog niet. Over de rechtszaak zegt hij dat het in eerste instantie om een principezaak gaat. “Het gaat ons vooral om het principe dat de overheid zorgvuldig moet omgaan met onze voedselproductie en met de ketens waarin wij actief zijn.”

Het aanspannen van een rechtszaak is een tijd geleden ook ter sprake gekomen bij de brancheorganisatie Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi). Hier is echter van afgezien omdat de belangen van de 85 leden te ver uiteen zouden lopen, zo wordt directeur Henk Flipsen geciteerd in het vakblad Food+Agri.