@livewireStyle
header.home link

Vrouw zijn op de boerderij - vroeger en nu

’t Is vandaag Boerinnendag. Of correcter: Dag van de Agravrouw. En een agravrouw, dat is iedere vrouw die beroepsmatig actief is op een land- en tuinbouwbedrijf. Niet alleen de vrouwelijke bedrijfsleiders of meewerkende echtgenoten, maar ook de vrouwen die naast hun werk op de boerderij nog een andere job hebben. En dat zijn er best veel.
25 februari 2016  – Laatste update 4 april 2020 16:22
Lees meer over:
Beeld: Mine Dalemans voor Melk & honing

 

’t Is vandaag Boerinnendag. Of correcter: Dag van de Agravrouw. En een agravrouw, dat is iedere vrouw die beroepsmatig actief is op een land- en tuinbouwbedrijf. Niet alleen de vrouwelijke bedrijfsleiders of meewerkende echtgenoten, maar ook de vrouwen die naast hun werk op de boerderij nog een andere job hebben. En dat zijn er best veel.

 

Vrouwen op de boerderij

De meeste boerderijleiders (86% in 2013) zijn man, maar dat wil niet zeggen dat vrouwen helemaal afwezig zijn. In totaal werkten in 2013 zo’n 17.839 vrouwen (regelmatig) op een boerderij. De meerderheid daarvan als meewerkende echtgenote (52%), en meer dan halftijds (59%). Wanneer we de bedrijfsleiders niet meerekenen, is het aantal vrouwelijke werkkrachten op de boerderij (14.955) zelfs ongeveer even groot als het aantal mannelijke werkkrachten (15.477). Maar ze zijn er wel minder vaak voltijds tewerkgesteld (4.676 vrouwen ten opzichte van 7.424 mannen), en vaker onbetaald (11.556 vrouwen ten opzichte van 7.712 mannen).

 

Nog vaak een zwakke positie

Een van de zaken waar KVLV-Agra (de landbouwpoot van de vrouwenorganisatie) anno 21ste eeuw nog steeds voor streeft, is een betere positie van de vrouw op de boerderij. Want zoals hierboven al duidelijk werd, zijn vrouwen ondervertegenwoordigd aan het hoofd van de boerderij én werken ze vaker onbetaald. Bovendien is er volgens de organisatie een en ander loos met het sociaal statuut van de meewerkende partner (‘maxistatuut’). Zo valt een deel van de vrouwen uit de boot wat betreft de pensioenregeling:

“Je krijgt pas een minimumpensioen na een loopbaan van 30 jaar. Maar meewerkende vrouwen geboren tussen 1955 en 1970 kunnen op pensioenleeftijd meestal geen 30 jaar beroepsloopbaan aantonen, gezien het maxistatuut pas in 2005 werd ingevoerd. Ondanks het feit dat ze hierdoor geen pensioen zullen krijgen, moeten ze er wel sociale bijdragen voor betalen. Dat klopt niet. Vrouwen uit die leeftijdscategorie hadden de keuze moeten krijgen: aansluiten bij het maxistatuut en bijdragen betalen voor een ziekteverzekering en het recht op ouderschapsverlof, maar wel zelf sparen voor het pensioen, of aangesloten blijven bij het ministatuut zoals vrouwen geboren voor 1955. Ze hebben die keuze niet gekregen, en dat is niet eerlijk”, legt An Deneffe van KVLV-Agra uit.

Meer over deze problematiek lees je hier.

 

In 1945

Hoe het er vroeger aan toe ging voor vrouwen op de boerderij, leren we van Simone in het filmpje hieronder. “De mannen werkten op het veld en de vrouwen op de boerderij. Ze verzorgden de dieren, deden de was en de plas én hielpen tussendoor mee op het veld. Voor vrouwen was het dubbel werk. Het was werken, werken, werken. Maar iedereen was content.”

 

 

Gerelateerde artikels