@livewireStyle
header.home link

Voedertijd: 7 tips om vogels de winter door te helpen

“Komt november in het verschiet, vergeet dan de vogels niet”. Vanaf het late najaar kunnen de vogels wat extra voedingsstoffen gebruiken. De dagen worden korter zodat ze minder tijd hebben om voedsel te zoeken, en het wordt kouder waardoor ze meer energie nodig hebben om hun hoge lichaamstemperatuur op peil te houden.
3 november 2014  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 16:22
Lees meer over:

Koning winter blijft voorlopig nog even in het land. Vergeet dus zeker de tuinvogels niet bij te voederen. Door de korte dagen hebben zij onvoldoende tijd om voedsel te zoeken (voedsel dat sowieso schaars is tijdens de winter), en door de koude hebben ze meer energie nodig om hun hoge lichaamstemperatuur op peil te houden. Maar wat geef je best te eten, en hoe pak je het aan? Enkele tips op een rijtje.

 

Etenstijd

Vooral na een lange, koude nacht hebben vogels nood aan een stevig ontbijt. Voeder daarom het liefst ’s ochtends. Nog een voederbeurt op het einde van de middag zorgt ervoor dat ze met een vol buikje de nacht doorkomen. Zorg ervoor dat je niet meer voeder dan nodig voorziet, overschotjes trekken namelijk minder aantrekkelijke diertjes zoals ratten aan.

 

Elk vogeltje eet zoals het gebekt is

Afhankelijk van welke vogels frequent je tuin bezoeken, kan je ander voeder aanbieden. Want ook vogels hebben voorkeuren. Daarom geven we je hieronder de top vijf van meest voorkomende vogels in de tuin in 2014 en vertellen we erbij welke vogel verlekkerd is op wat. Zo kan je het menu aanpassen aan je gasten ;-). Een uitgebreidere lijst vind je in het verslag van de vogeltelling van Natuurpunt.

  1. Mus: gemengd zaad, onkruidzaad, gebroken maïs
  2. Vink: gemengd zaad, zonnebloempitten (de zwarte zijn erg energierijk)
  3. Koolmees: zonnebloempitten, vetbollen, pindacake, pindanoten
  4. Merel: keukenafval, fruit (appels)
  5. Kauw: gemengd zaad, onkruidzaad, gebroken maïs, graanmengsel, brood
 
vogels.jpg
Beeld: v.l.n.r. huismus, koolmees, merel, kauw, vink. De vrouwtjes staan onderaan.
Wikimedia Commons: LucViatour, Fir0002, chapmankj75, Wisniowy, MatthiasBarby, Andreas Trepte, Ian Cleland, Thermos

 

Energierijke vetbollen

Vetbollen zijn makkelijk te maken. Verwarm 0,5 kg ongezouten rundvet in een pan en roer er 120 gram gebroken hennepzaad en 50 gram zonnebloempitten onder. Meng er eventueel het favoriete kostjes van je frequentste bezoekers door. Giet de warme brij in een vorm en leg er, voor de brij stolt, een stevige katoenen draad in die er ruim bovenuit steekt om later de vetbol mee op te hangen.

Sla twee vliegen in één klap en gebruik de vetbollen als decoratie. Dat kan door leuke vormpjes te gebruiken zoals sterretjes, hartjes, vogels of kerstfiguren, of gebruik in de plaats van een simpele katoenen draad een mooi (stevig) lint. Je kan ook open dennenappels vullen met het vetmengsel zodat de vogels het van tussen de schubben kunnen pikken.

 

Mmmm, snoepjes!

Maak snoepkettingen door noten of stukken appel aan een touw te rijgen en hang ze tussen de bomen. Let er wel op dat je grote stukken of zelfs hele appels gebruikt als het buiten erg koud is, anders bevriezen ze snel.

 

Laag bij de grond?

Een klassieke voederplank doet het natuurlijk ook nog altijd goed. Omdat de meeste vogels van nature hun voedsel laag bij de grond zoeken, is een lage voederplank op een beschut stukje grond voldoende, maar zorg wel voor struiken in de buurt waar de vogels kunnen schuilen bij gevaar. Loopt er sowieso een kat in de tuin? Kies dan voor een hoge voederplank op een paaltje van minstens anderhalve meter.

Een dakje boven de voederplank beschut het eten tegen regen en sneeuw, maar maakt de plank voor grotere vogels minder toegankelijk. Dat kan handig zijn om ervoor te zorgen dat de kleinere vogels niet worden weggejaagd, maar voorzie in dat geval ook een vetbol of snoepketting voor de grotere merels en duiven.

 

Eerlijk verdeeld

Vogels hebben zowel tussen verschillende soorten als onderling een strikte pikorde. Zo zien voederaars soms met lede ogen aan dat al het lekkers op de voederplank door duiven of merels wordt opgeëist zodat musjes en vinken er letterlijk enkel met de kruimels vandoor kunnen gaan.

Daarom verdeel je het voeder dat je geeft beter over heel je tuin: een paar voederbollen in de bomen achteraan, een hoge plank op het terras, en enkele lage plankjes doorheen de tuin. Zo wordt het voor de dominante vogels erg moeilijk om alle voederplaatsen in te palmen, en kunnen alle vogels hun buikje rond eten.

 

Vergeet ook de dorst niet te lessen

Bied ook water aan, maar voeg nooit zout of andere zaken toe om te voorkomen dat het water bevriest. Vogels kunnen zout moeilijk afbreken en er bijgevolg aan sterven. Geef liever lauwwarm water dat je vervangt als het bevroren is. Span er het liefst een gaas of draadjes over zodat de vogels er niet in kunnen baden. Anders kunnen hun vleugels bevriezen, waardoor ze letterlijk een vogel voor de kat zijn.

 

Op zoek naar nog meer tips? Alles over een vogelvriendelijke tuin vind je op natuurpunt.be.
 

Gerelateerde artikels