Tuintip: in 11 stappen naar een Wonderlijk Wild tuinparadijs

Beeld: Vector1st - shutterstock.com

Goed nieuws! In plaats van telkens maar te lezen over wie of wat een te grote ecologische voetafdruk heeft, kunnen we allemaal samen zélf de wereld redden. En zonder aan een streng dieet te moeten voldoen of een compost-WC te moeten aanleggen (no offence ;)). Blijkbaar zit een deel van de oplossing tegen de opwarming van de aarde immers in onze private tuinen. Ja, dat kleine stukje grond. Want die kleine stukjes grond maken samen zo’n 8 procent uit van het Vlaams grondgebied – een oppervlakte bijna zo groot als de oppervlakte bos (11 procent).

Gezien veel tuineigenaars bovendien nog behoorlijk wat fouten maken in het aanbrengen van meststoffen en de behandeling van ziekten en plagen, is de potentiele milieuwinst er aanzienlijk. Dat blijkt uit een doctoraatsonderzoek aan de KU Leuven, in samenwerking met ILVO. Onderzoekster Valerie Dewaelheyns stelt het zo: “Individuele veranderingen in tuinbeheer en -ontwerp kunnen bescheiden en onbeduidend lijken, maar wanneer duizenden tuiniers zo’n veranderingen doorvoeren, kan de impact aanzienlijk zijn. Bovendien bieden gazonbodems mogelijkheden voor de opslag van koolstof, en zelfs voor de productie van voedsel in tijden van nood.” Dat niemand daar eerder aan gedacht heeft?!

Afijn, om écht samen in onze tuintjes de wereld te kunnen redden, zijn er volgens diezelfde Dewaelheyns nog wel een aantal obstakels te overwinnen. Zo is er het gebrek aan pasklare info in verband met milieuvriendelijk tuinieren – een gebrek waaraan weliswaar stevig gewerkt wordt. Onlangs stelde de Vlaamse overheid nog de campagne ‘Gezond uit eigen grond’ voor (lees het artikel ‘Gezond uit eigen grond: zo kweek je gezond voedsel’), en deze zomer organiseren Natuurpunt en Velt de campagne ‘Maak van je tuin een Wonderlijk Wild paradijs’.

Beeld: campagnebeeld Wonderlijk Wild, Natuurpunt en Velt

Die laatste richt zich op alle tuineigenaars – die van grote over kleine tuinen tot dakterrassen en vensterbankpotten – en hun kinderen. Want een Wonderlijk Wild paradijs in je tuin is niet alleen fijn voor de wilde beestjes en onze ecosysteemdiensten, maar ook voor ons eigen klein grut. De 11 tips of ‘checks’ die Natuurpunt en Velt vooropstellen om je tuin meer biodivers te maken, maken hem dus tegelijkertijd ook meer kindvriendelijk.

Natuurlijk vraagt niemand dat je meteen met alle 11 checks in je tuin aan de slag gaat. Vanaf 5 checks zijn de organisaties al tevreden, want alle kleine beetjes helpen. Zeker als die kleine beetjes door duizenden Vlamingen worden ingevoerd – de kracht zit ‘m juist in de macht van de grote getallen. Maar je kan bijvoorbeeld wel elk jaar een extra check invoeren, tot je zelf tevreden bent over het resultaat en merkt dat je tuin opmerkelijk meer insecten, volgens en andere beestjes telt.

Dit zijn enkele van de tips:

1. Plant 15 soorten bloeiende planten

Beeld: bloemenborder, Wim Fobelets

De vlinders en bijen in ons land hebben het moeilijk. We zijn te ijverig geworden bij het opruimen van onkruid en houtafval, waardoor ze steeds minder nectar en nestgelegenheid vinden. Door verschillende inheemse bloemsoorten te platen, die bovendien op verschillende momenten bloeien, help je ze al een pak vooruit. Kies ook voor vroege bolgewassen en late herfstbloeiers, zodat de beestjes het hele vliegseizoen lang voldoende nectar kunnen vinden.

Zo’n druk gezoem in de tuin is trouwens niet alleen goed voor ons klimaat, maar ook voor de encyclopedische kennis van je kinderen. Want wie kent vandaag nog het verschil tussen een distelvlinder en een dagpauwoog? Het zal niet lang duren, let maar op ;). Interessante bloemen om te planten: bosanemoon, margriet, bosaardbei, klaproos, driekleurig viooltje, bosrank, vrouwenmantel, speenkruid, wilde akelei en steenanjer.

2. Wees gastvrij voor wilde dieren

Beeld: gartenkollektiv.de

Neen, niet voor gorilla’s en panters, wel voor egels, vogels, vleermuizen en insecten. Je lokt ze best door hen een bed aan te bieden: een mussenappartement, gierzwaluwkast, mezenkast enzovoort voor vogels, een houtstapel als schuilplaats voor egels, een insectenhotel voor vlinders en bijen en een klein huisje tegen je gevel voor vleermuizen.

Opnieuw erg interessant voor de encyclopedische kennis van je kinderen ;), en gewoon leuk om naar te kijken. Het kan je ook redden van aanhoudend gezeur over een huisdier. Je kinderen zullen hun handen vol hebben met het spotten en verzorgen van de dieren in de tuin. En dat ochtendconcert waarmee zangvogels je gastvrijheid beantwoorden, is ook mooi meegenomen.

3. Voor de meer creatieve zielen: bouw een bonentipi

Beeld: Agirlagarden.wordpress.com

Dat kampen en tenten het altijd goed doen bij kinderen, is een feit zo oud als onze beschaving zelf. Maar dat hoeven niet altijd kampen/tenten van paletten, bomen, lakens en wasdraad te zijn. Je kan ook eens een natuurlijke tent maken, die vanzelf dichtgroeit en bovendien lekkers oplevert. Bijvoorbeeld een bonentipi:

Kies minstens drie (liefst meer) lange takken of bamboestokken van twee meter lang, en plaats die in een cirkel tegen elkaar. Maak de takken bovenaan vast, en plant aan hun voet vanaf half mei rond elke tak 5 klimbonen. Die bonen zullen tegen de takken omhoog groeien, wat in de zomer een volgroeide, levende hut zal opleveren.

Alle 11 tips en meer uitleg vind je op www.wonderlijkwild.be. Je kan er ook een test doen die je vertelt hoe wild je tuin nu al is en waar het nog beter kan, of de gratis gids Wonderlijk Wild in de tuin - Tover meer leven in je tuin bestellen. Tot slot vind je er tal van activiteiten en de coördinaten van een tuinadviseur voor advies op maat. 

De campagne loopt van 12 april tot 31 augustus.