@livewireStyle
header.home link

Ons land telt 150 biobieren, wist je dat?

Van 21 tot en met 29 oktober 2017 kan je op verschillende plaatsen in Vlaanderen proeven van Belgisch biobier. Het assortiment bestaat uit meer dan 150 bieren (!), die volgens biersommelier Sofie Vanrafelghem uitblinken in smaak en bovendien erg divers zijn. Ook Herr Seele, gezicht van de biocampagne en binnenkort maker van een eigen Cowboy Henk-bier, is overtuigd van de kwaliteit.
20 oktober 2017  – Laatste update 4 april 2020 16:23
Lees meer over:
Beeld: ©Sophie Nuytten voor BioForum Vlaanderen

 

Van 21 tot en met 29 oktober 2017 kan je op verschillende plaatsen in Vlaanderen proeven van Belgisch biobier. Het assortiment bestaat uit meer dan 150 bieren (!), die volgens biersommelier Sofie Vanrafelghem uitblinken in smaak en bovendien erg divers zijn. Ook Herr Seele, gezicht van de biocampagne en binnenkort maker van een eigen Cowboy Henk-bier, is overtuigd van de kwaliteit van onze Belgische biobieren. Op café vraagt hij naar eigen zeggen altijd om bio. Die reflex werd hem met de paplepel ingegeven. Enkele tips van beide experts en vooral: een woordje uitleg over het biologische brouwproces en al wat erbij komt kijken.

 

Wat maakt bio(bier) bio?

Over bio wordt veel onzin verkondigd. Al zou het puur marketing zijn, bijvoorbeeld. Dat is niet waar. Bio is een beschermde term. Om het label bio te mogen dragen, moet een product gemaakt zijn volgens een Europees lastenboek. Dat lastenboek bepaalt onder meer dat biologische landbouwers geen chemisch-synthetische gewasbeschermingsmiddelen mogen gebruiken, en dat in verwerkte bioproducten geen synthetische smaakstoffen of bewaarmiddelen gebruikt mogen worden. Meer info over de principes van bio vind je op de website biomijnnatuur.be.  

Een andere misvatting is dat bioboeren en -producenten daar massaal mee foefelen. Maar het risico op fraude wordt aanzienlijk ingeperkt door de strenge biocontroles. Want de naleving van het bio-lastenboek wordt gecontroleerd door onafhankelijke instanties. Eén keer per jaar aangekondigd en om de drie jaar minstens een keer onaangekondigd.

Tijdens die controles wordt niet alleen de boekhouding gecontroleerd, maar worden ook product- en bodemstalen genomen en wordt het plant- en zaaigoed gecontroleerd. Zijn de aangekochte grondstoffen wel bio-gecertificeerd? Bevat de bodem of het product geen sporen van verboden bestrijdingsmiddelen? En voldoen de stallen (in het geval van veehouderij) wel aan de oplegde dierenwelzijnsnormen? Deze controles gebeuren niet alleen bij de boer, maar ook bij de verwerker, in de winkel en in het restaurant. Meer info over die controles vind je eveneens op biomijnnatuur.be.  

 

campagnebeeld-bioweek-biobier-800.png

Beeld: © François De Heel voor BioForum Vlaanderen

 

Concreet voor bier betekent bio dit:

  • Minstens 95 procent van de ingrediënten is bio. Dat wil zeggen dat de hop, het graan, de eventuele kruiden en het fruit dat gebruikt wordt bij het brouwproces geteeld werd zonder chemisch-synthetische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Biohop en -gerst wordt in België slechts op kleine schaal geteeld. Het meeste wordt geïmporteerd.
     
  • De andere 5 procent van de ingrediënten is niet bio, omdat het niet voorhanden is. Het gaat over gist en water. Brouwers gebruiken vaak verschillende specifieke en eigen giststammen, waardoor het een onbegonnen werk is om ze allemaal te laten certificeren. Biogist bestaat dus niet. En water kan niet bio zijn, want het is geen landbouwingrediënt. Biobier wordt meestal gebrouwen met water uit de kraan en soms met water uit de eigen waterput of -bron.
     
  • Bij het brouwen mag slechts een beperkt aantal toegelaten additieven en hulpstoffen worden gebruikt. Zo zijn synthetische smaak- en kleurstoffen, chemische hulpstoffen (bijvoorbeeld klaringsmiddelen, schuimbevorderaars) en bewaarmiddelen verboden. Verder loopt het brouwproces zo goed als op dezelfde wijze.

Meer info over biobier vind je in deze productfiche.  

 

Brouwen begint bij hop en graan

Bier brouwen begint in feite op het veld. Je hebt hop en graan nodig:

  • Hop geeft bier zijn typisch bittere nasmaak. Al is een bier met veel hop niet altijd bitter. Hop kan ook aromatisch en kruidig zijn. Na de oogst worden de hopbellen doorgaans meteen gedroogd (er zijn slechts een paar bieren die gebrouwd worden met verse hop). Hop bevat immers veel water, waardoor het niet bewaard kan worden. Drogen duurt 5 tot 7 uur, daarna wordt de hop gemalen en tot korrels (pellets) geperst. Dit gebeurt allemaal op het bedrijf zelf.
     
  • Behalve hop heb je mout nodig om bier te brouwen. En mout wordt gemaakt van graan, door het eerst nat te maken, te laten kiemen en dan te drogen. Het meest gebruikte graan voor dit proces (‘mouten’) is gerst. Dat bevat veel zetmeel dat tijdens het brouwen zijn suikers vrijgeeft en vervolgens kan worden omgezet in alcohol.
     
  • Soms worden nog andere granen zoals tarwe maar ook boekweit toegevoegd, voor de smaak, het aroma en de textuur (de schuimkraag).
 

hopranken-voor-de-oogst-800x450.png

Beeld: hopranken net voor de oogst

 

Joris Cambie, de enige Belgische biohopteler

Vroeger was hop een belangrijk gewas in Vlaanderen, vandaag is dat een pak minder het geval, al zorgt de boom in artisanale (hobby)bieren wel voor een (bescheiden) revival. België telt nog 18 hoptelers, en slechts één daarvan teelt bio: Joris Cambie uit Poperinge. Hij nam in 1993 het hop- en akkerbouwbedrijf van zijn vader over en schakelde vier jaar later volledig over op bio.

Een moedige keuze, want biologisch hop telen is niet eenvoudig. De plant is door zijn snelle groei (in juni kan hij onder ideale weersomstandigheden tot 25 cm op één dag groeien) erg gevoelig aan ziekten en plagen. Ook bestaat er geen handboek met pasklare antwoorden waarop Joris kan terugvallen. Wat hij weet, komt uit ervaring of door uitwisseling met buitenlandse collega’s. En door een stevige portie gezond verstand.

“Als je last krijgt van een plaag of ziekte, dan ben je eigenlijk al te laat,” vertelt hij. “Een goede, rijke grond, dat is de basis van alles. Ik voed de planten niet, maar wel de bodem: met organische mest. En dan zorgt die bodem vanzelf voor een evenwichtige voeding voor de planten, waardoor ze minder vatbaar zijn voor ziektes.”

Toch heeft ook een bioteler soms last van een schimmel, of van een schadelijk insect. “Als we last hebben van zo’n beestje, bestuderen we eerst hoe die leeft. Hoe het zich voortplant en voortbeweegt, wat het lekker vindt, enzovoort. Rode spin bijvoorbeeld legt eitjes in de bodem onder de planten. Door de bodem regelmatig te bewerken zodat hij minder snel uitdroogt en opwarmt, kan ik het aantal eitjes al beperken. Daarenboven zorg ik ervoor dat er zo weinig mogelijk onkruid staat tussen de planten, zodat er geen eten is voor de spinnetjes wanneer ze uit de eitjes komen. De rode spin kan trouwens niet vliegen, heel belangrijk. De enige manier waarop hij aan mijn hop geraakt, is door via de stokken omhoog te klimmen. Dus verwijder ik alle onderste bladeren, want die lokken hem omhoog, en smeer ik de stokken onderaan in met insectenlijm. Ik maak het hem met andere woorden zo moeilijk, dat hij al erg veel honger moet hebben om door te zetten. En blijkt dat rode spin helemaal niet zo gek is op hopbellen, dus doorgaans bespaart hij zich de moeite.”

Joris verkoopt zijn hop aan enkele Belgische biobrouwers, maar het merendeel wordt verkocht via een Engelse coöperatie waar hij lid van is. Een deel verwerkt hij ook zelf, in zijn brouwerij De Plukker

BioForum Vlaanderen, de belangenbehartiger van de biosector, deed een uitgebreid interview met hem. Je kan dat lezen op biomijnnatuur.be

 

hopbellen-voor-de-oogst-800x450.png

Beeld: verse hopbellen

 

150 biobieren: dat is voor elk wat wils

Artisanale bieren zitten in Vlaanderen en bij uitbreiding in heel Europa in de lift. Dat geldt ook voor biobieren. In 2011 telde ons land nog maar 60 biobieren, vandaag zijn dat er al meer dan 150. Het aanbod is dan ook divers. “Van elk bier is er wel een biologische variant”, weet biersommelier Sofie Vanrafelghem. Het gaat van pils over saison tot tripel, en van 3,5% tot 10% alcohol. Verschillende van die bieren hebben bovendien al een smaakaward gewonnen. “Ze zijn gewoon lekker. Je proeft er de passie en het vakmanschap van de brouwer in”, stelt Sofie tijdens een proeverij georganiseerd door BioForum waar wij bij mochten zijn (hoera!).

Op de kaart die dag: Belgoo Bio Blond, Tripel De Plukker (van Joris Cambie), Saison Dupont Bio en Jessenhofke BRWN (brown). Stuk voor stuk pareltjes. Dat vond ook Herr Seele, of Peter van Heirseele in het dagelijkse leven. Hij is als notoir bier- én bioliefhebber het ideale gezicht voor de biobiercampagne: “Dit ambassadeurschap is me op het lijf geschreven. Ik ben macrobiotisch opgevoed, mijn moeder was pionier op dat vlak. En ik respecteer de principes nog steeds: ik eet biologisch, lokaal en van het seizoen. Ik probeer dat ook op mijn dranken toe te passen. Dus als ik op café ga, vraag ik altijd naar biobier. Of ik zoek speciaal naar cafés of restaurants waar ze biobieren serveren”, vertelt hij.

Dat ons land 150 biobieren telt, wist hij echter niet. “Het teken dat ze nog steeds te weinig gekend zijn, ook in de horeca.” Een spijker waarop ook Sofie graag kopt: “Wij hebben zo’n prachtige bieren, maar we kennen ze niet eens. Een Belg mag wat chauvinistischer worden op dat vlak. Wanneer we op restaurant gaan, grijpen we bijna automatisch naar wijn. Maar bier past ook of zelfs beter bij bepaalde gerechten. Bier en kaas bijvoorbeeld is een gedroomd duo. Bier past béter bij kaas dan wijn, omdat bier de smaakpapillen op je tong reinigt en verfrist. Je blijft de kaas beter smaken, terwijl wijn gemakkelijk gaat overheersen.”

“En van bier word je niet dik”, zegt ze nog. “Laat ons dat misverstand voor eens en voor altijd uit de wereld helpen. Als je eenzelfde hoeveelheid wijn en bier vergelijkt, bevat een glas wijn meer kilocalorieën dan een glas bier. Maar je moet het natuurlijk met mate drinken, net zoals wijn.”

 

tasting-biobier-de-vier-flesjes-800x450.png

 

Tip van Sofie Vanrafelghem: 4 x bier en kaas

Zoals gezegd passen bier en kaas perfect samen, ook in biologische vorm. Er zijn 150 biobieren en 135 biokazen te koop in ons land, dus er is altijd wel een geslaagde combinatie te vinden. Dit zijn de tips van Sofie:

  • Belgoo Bio Blond met Cabriolait van het Hinkelspel
  • Tripel De Plukker met bio Camembert van De Zonnegaard
  • Saison Dupont Bio met Keiems Bloempje van Het Dischhof Biokaasboerderij
  • Jessenhofke BRWN (brown) met Pas de Bleu blauwschimmelkaas van het Hinkelspel

 

biercafe-botteltje-oostende-gevel-800x450.png

 

Waar koop je biobier?

Biobier koop je in biowinkels, in gespecialiseerde drankenhandels, soms in de supermarkten en in verschillende cafés en horecazaken. Alle bioverkooppunten (algemeen) vind je op biomijnnatuur.be. Je kan daar zoeken op 'dranken'. 

Tip van Herr Seele: ‘t Botteltje in Oostende, zijn favoriete bierbrasserie. Er worden maar liefst 16 bieren van het vat geschonken. En het interieur is zoals het interieur van een biercafé hoort te zijn: bruin en gezellig.

 

11 bierproeverijen en een wedstrijd

Tijdens de bioweek van 21 tot en met 29 oktober 2017 kan je op verschillende plaatsen biobier proeven. Het volledige programma met adressen vind je op biomijnnatuur.be. Schrijf je tijdig in!

Nog op die website kan je stemmen op je favoriete biobier. Wie stemt maakt kans op een mooi biobierpakket.

Gerelateerde artikels