@livewireStyle
header.home link

Debat: verdeling open ruimte in Vlaanderen

Volgens het Ruimtelijk Structuurplan zou Vlaanderen in de toekomst bijna 1 miljoen hectare landbouw-, natuur- en bosgrond moeten tellen, waarvan bijna 4 keer zoveel landbouw als natuur en bos, ten opzichte van 350.000 hectare ‘harde’ bestemmingen. Is dit een gezond en betaalbaar evenwicht?
18 juli 2013  – Laatste update 4 april 2020 16:21
Beeld: Vildaphoto - Yves Adams

 

Vlaanderen is een verstedelijkt gebied met weinig open ruimte. Die schaarse open ruimte is bovendien sterk versnipperd en staat onder druk. Want we willen allemaal huizen bouwen, onze bedrijven uitbreiden, nieuwe wegen aanleggen die het fileleed verzachten, … en dat allemaal op de spreekwoordelijke zakdoek die Vlaanderen groot is (1,35 miljoen hectare).

Natuurlijk mogen we niet allemaal zomaar doen wat we willen, waar we willen. Er zijn regels die de ruimtelijke ordening bepalen, en die zijn vastgelegd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Momenteel wordt gewerkt aan een volledig nieuw plan (Beleidsplan Ruimte Vlaanderen), maar vandaag geldt nog steeds dat structuurplan van 1997, zoals aangepast in 2011.

Daarin wordt voor landbouw een oppervlakte van 750.000 hectare groot gereserveerd, wat een inperking betekent van 56.000 hectare ten opzichte van 1994 (het referentiejaar). Intussen echter kreeg nog maar 19.600 hectare landbouwgebied effectief een andere bestemming, waarvan ruim de helft een groene (13.145 ha). Dat brengt het totaal areaal landbouwgebied in Vlaanderen op ongeveer 788.000 hectare (2011). Opgelet: het gaat hier over grond met een ruimtelijke ‘bestemming’ landbouw, wat niet per se overeenkomt met de grond die effectief gebruikt wordt voor land- of tuinbouw (door professionele telers en hobbyboeren). Dat areaal bedraagt immers slechts 685.000 hectare (2011).

De oppervlakte natuur werd op zijn beurt in het structuurplan vastgelegd op 150.000 hectare, een uitbreiding van 38.000, en het areaal bos op 53.000 hectare, een stijging met 10.000. Daarnaast werd een ‘natuurverwevingsgebied’ voorzien van 80.000 hectare, waarvan maximaal 70.000 hectare in landbouwgebied. In die verwevingsgebieden overlappen de functies landbouw, natuur en bos elkaar en zijn ze nevengeschikt. In realiteit echter werd nog maar respectievelijk 40, 22 en 5 procent van die uitbreidingen gerealiseerd: Vlaanderen telt 126.600 hectare grond met bestemming natuur, 45.100 hectare grond met bestemming bos en 4.000 hectare natuurverwevingsgebied (2012). Opnieuw geldt hier de opmerking dat deze oppervlakten niet helemaal overeenkomen met de effectieve oppervlakten natuur en bos. Zo telt Vlaanderen vandaag – afhankelijk van de gebruikte meettechniek – 146.000 tot 177.000 hectare bos, wat een pak meer is dan de 45.100 hectare ‘bestemde’ bosgrond.

Hoe dan ook, volgens het structuurplan zou Vlaanderen in de toekomst bijna 1 miljoen hectare landbouw-, natuur- en bosgrond moeten tellen, waarvan bijna 4 keer zoveel landbouw als natuur en bos, ten opzichte van 350.000 hectare ‘harde’ bestemmingen zoals woonzones, bedrijvenzones en wegenbouw. De realisatie van het structuurplan in het buitengebied verloopt echter moeizaam, en de concurrentie vanwege de harde bestemmingen neemt toe. Dit heeft gevolgen voor zowel de biodiversiteit en de water- en luchtkwaliteit, als het uitzicht van het platteland en onze economische voedsel(on)afhankelijkheid. Is dit een gezond en betaalbaar evenwicht? Discussieer mee met Bert De Somviele van BOS+, Frederik Mollen van Natuurpunt en Saartje Degelin van Boerenbond.

Gerelateerde artikels