@livewireStyle
header.home link

15 tips voor een groene stadstuin

Uiteraard hebben Veldverkenners graag hun eigen tuin. Maar wat met die groene vingers als je in de stad woont? Dan heb je vaak maar een kleine oppervlakte ter beschikking en als je op een appartement woont, heb je in het beste geval enkel een balkon. Tegen troosteloze steen aankijken dan? Niet met deze slimme tips!
13 augustus 2014  – Laatste update 4 april 2020 16:21
Lees meer over:
Beeld: Himbeerdoni (Flickr)


Uiteraard hebben Veldverkenners graag hun eigen tuin. Maar wat met die groene vingers als je in de stad woont? Dan heb je vaak maar een kleine oppervlakte ter beschikking en als je op een appartement woont, heb je in het beste geval enkel een balkon. Tegen troosteloze steen aankijken dan? Niet met deze slimme tips!

 

In stijgende lijn

Bij een stadstuin moet je vaak tevreden zijn met een kleine oppervlakte, in de hoogte werken is dus de boodschap:

  • Als je tuintje is afgesloten door muren, kan je die bedekken met een klimplant. Zo oogt de ruimte niet alleen direct veel groener, maar ook ruimer omdat harde lijnen verdoezeld worden. Klimop is het meest voor de hand liggend, maar wie houdt van bloemen kan ook voor blauwe regen of rozen kiezen. Let er wel op dat die laatste ondersteund moeten worden.
     
  • Bomen geven veel groen, terwijl de plaats die ze op de grond innemen toch beperkt is. Omdat ze de aandacht naar boven leiden, maken ze je tuin bovendien optisch groter. Kies wel voor bomen met een smalle, open kruin, zodat de schaduwvorming beperkt blijft. Een Japanse kerselaar is ideaal.
     
  • Stadsmussen die enkel een balkon te hunner beschikking hebben, moeten niet treuren. Ook zij kunnen door verticaal te werken een gezellige minituin aanleggen in bloempotten of –bakken. Zet bijvoorbeeld een oud laadpallet tegen je muur, en bevestig hieraan op verschillende hoogtes terracotta potten met je favoriete planten in.
     
  • Als je tuin of balkon genoeg licht ontvangt, kan je zelfs een moestuin aanleggen op een vierkante meter. Je vindt hiervoor bij tuinwinkels speciale bakken. Toegegeven, je oogst geen kilo’s groenten op een vierkante meter, maar wel genoeg om zelf geregeld wat te kunnen smikkelen.
     
  • Wil je wat kruiden bij die verse groenten uit je minimoestuin? Snij dan een rechthoek uit enkele uit PET-flessen  en vul ze met potgrond. Hang ze horizontaal op tegen de muur en zaai er kruiden in. Met die instant kruidentuin fleur je dan in een klap zowel je tuin als keuken op.
 
 
PET-moestuin _.jpg
Beeld: www.thisiscollosal.com

 


Gluurders buiten houden

In de stad zit je meestal ingesloten, en door de vele hoogbouw bestaat de kans dat de buren wel eens kunnen gluren. Niet dat je veel te verbergen hebt natuurlijk, maar een beetje privacy is altijd fijn ;-).

  • Je kan uiteraard een zonwering plaatsen, maar omdat je in je kleine tuin zoveel mogelijk groen wil, kies je nog beter voor natuurlijke afschermingen. Leibomen zijn ideaal. Je leidt hun takken letterlijk over een plat raamwerk, waardoor een natuurlijk scherm ontstaat. Let er ook op dat je een bladverliezend type kiest. Zo heb je in de winter wel veel licht in je tuin.
     
  • Liever wat groene bescherming om nieuwsgierigaards van bovenaf op afstand te houden? Laat klimmers dan je pergola of terrasoverkapping overwoekeren. Installeer een simpel houten raamwerk voor houvast. Snelle groeiers zijn kiwi of druif. Leuk is dat er dan ook vruchten boven je hoofd bengelen.
 
 

Licht en duister

Een ander probleem bij stadstuinen is dat er door de hoogbouw ook weinig zonlicht binnenvalt. Pas daaraan zeker je planten aan.

  • Zelfs als je tuin helemaal ondergedompeld is in schaduw, hoef je niet te treuren. Er zijn genoeg planten die wel gedijen in het donker. Varens zijn een uitstekende keuze, maar ook vlijtige liesjes en hortensia’s doen het goed. Plant naar hartenlust, want hoe meer afwisseling je creëert, hoe groter je tuin zal lijken.
     
  • Hoogstwaarschijnlijk heb je ergens een plekje waar de zon wél op schijnt, bijvoorbeeld je voorgevel. De bloemen die je niet in je schaduwrijke tuin kan zetten, plant je dan gewoon in bloembakken op je vensterbanken. Klassiekers zoals geraniums doen het bijvoorbeeld altijd goed. In een mum van tijd brengen ze veel kleur. En als de buren je voorbeeld volgen, is al snel de hele straat opgefleurd.
 
Vlijtig Liesje - TheGreenJ.jpg
Beeld: Thegreenj (Flickr)
 
 

Optische illusies

Oké, je tuintje is misschien maar drie vierkante meter groot, maar daarom hoeft hij er niet zo klein uit te zien. Vandaar nog enkele slimme tips om je tuin optisch te vergroten:

  • Diepte aanbrengen in je tuin is cruciaal om hem groter te doen lijken. Zet planten of objecten in lichte kleuren daarom vooraan, en planten met donkere bladeren achteraan. Lichte kleuren vallen immers meer op, en als je die achteraan plaatst, zie je heel duidelijk waar de tuin eindigt.
     
  • Creëer ook diepte in je borders. Plaats grote struiken achteraan en zet er nog een aantal lagere planten voor. Je kan hetzelfde ook doen met bloempotten door ze zowel op hoge rekken als lagere tafeltjes en de grond te zetten.
     
  • Camoufleer afsluitingen zoveel mogelijk, zo is er geen duidelijk ‘einde’ aan je tuin, en zal hij opnieuw ruimer ogen. Het best gebruik je daarvoor planten met blauwe bloemen, omdat blauwe tinten optisch vergroten.
     
  • Vermijd zoveel mogelijk strakke lijnen. Die geven namelijk duidelijk grenzen aan, en in een kleine tuin wil je dat net vermijden. Tenzij je voor een moderne, strakke uitstraling wil gaan, kies je dus beter voor een golvend tuinpad en afgeronde borders.
     
  • Het is een misvatting dat kleine tuinen niet vol mogen staan. Integendeel, hoe meer interessante dingen er te zien zijn in je tuin, hoe minder klein hij zal lijken. Zorg bijvoorbeeld voor een boom in de ene hoek, een mooie zitbank in de andere hoek en een grote variatie aan planten.
     
  • Cruciaal is wel dat je hierbij één stijl aanhoudt. Anders wordt het geheel al gauw rommelig waardoor de tuin er inderdaad kleiner zal uitzien.
     

Gerelateerde artikels