@livewireStyle
header.home link

Vraag van de maand: hoe beschermen fruittelers hun bomen tegen vorstschade?

Het bloesemseizoen is niet alleen heel feestelijk, maar ook heel spannend. Want zodra de bomen bloeien, kan nachtschade heel schadelijk zijn. Bevroren bloemen (het ‘vruchtbeginsel’) kunnen immers niet uitgroeien tot sappig fruit. Daarom zoeken fruittelers hun heil in allerlei redmiddelen. Een woordje uitleg.
4 april 2014  – Laatste update 4 april 2020 16:21

De bloesems in Haspengouw zijn gearriveerd. Zowel de kersen- als perenbomen staan sinds deze week in bloei. Kijk maar op de Bloesem- & fruitmeter. Het bloesemseizoen kan dit weekend dus echt van start gaan. Voor een overzicht van activiteiten kan je op de website van Toerisme Limburg terecht. 

Het bloesemseizoen is niet alleen heel feestelijk, maar ook heel spannend. Want zodra de bomen bloeien, kan nachtschade heel schadelijk zijn. Bevroren bloemen (het ‘vruchtbeginsel’) kunnen immers niet uitgroeien tot sappig fruit. Daarom zoeken fruittelers hun heil in allerlei redmiddelen. Een woordje uitleg:

 

Vorstalarm

Om te beginnen installeren ze een vorstalarm, dat afgaat wanneer de temperatuur in hun boomgaard onder een bepaald minimum daalt. Zo kunnen ze op tijd hun warmtekanonnen, vuurpotten, warmeluchtmolens of nachtvorstberegening activeren.

 

Warmtekanonnen, vuurpotten en warmeluchtmolen

Om de temperatuur in hun boomgaard op peil te houden, kunnen fruittelers een warmtebron inschakelen. Dat kan een warmtekanon zijn die via een tractor door de boomgaard gereden wordt, een warmeluchtmolen die aangedreven wordt door een motor en zelf rond zijn as draait, of paraffinekaarsen (vuurpotten) die tussen de bomen worden opgesteld. Alle drie kosten ze echter veel geld en kunnen ze niet lang worden ingezet: vuurpotten branden maar 1 tot 2 nachten en kunnen geen grote oppervlaktes verwarmen, terwijl warmtekanonnen en warmeluchtmolens dan weer veel energie verbruiken.

 

Nachtvorstberegening

Een andere methode is nachtvorstberegening, gebaseerd op het principe van stollingswarmte. Het water dat de fruittelers over hun bomen verspreiden, bevriest op en rond de bloesems. De stollingswarmte die daarbij geproduceerd wordt, vermijdt dat de bloesems zelf bevriezen. Om dit verschijnsel in stand te houden, moeten de telers evenwel gedurende de hele vriespiek blijven beregenen. Dat kost hen veel water. Bovendien mogen de telers niet langer dan 3 tot 4 dagen na elkaar hun bomen beregenen, want anders lijden de bloesems sowieso schade. Ten slotte is een beregeningsinstallatie een dure investering, die (in het slechtste geval) slechts enkele keren per jaar zijn nut kan bewijzen.

 

Appels en kersen kwetsbaarder dan peren

Appel- en kersenbomen zijn kwetsbaarder voor vorstschade dan perenbomen. Conférenceperen bijvoorbeeld kunnen na een vorstperiode behandeld worden met een hormoon of groeiregulator, die hen ‘doet denken’ dat er niets aan de hand is. De bevroren bloesems kunnen dan ook zonder bevruchting uitgroeien tot peren. Alleen hebben die peren in dat geval geen pitten.

 

IJsheiligen

De angst voor nachtvorst houdt aan tot en met de IJsheiligen (11 tot 15 mei). Dat zijn volgens de volksweerkunde de laatste dagen van het voorjaar waarop het kwik ’s nachts onder het vriespunt kan duiken.  

Gerelateerde artikels