@livewireStyle
header.home link

Uit de oude doos: massaproductie en -consumptie na WOII

Na WOII brak een tijd aan van overvloed op vele vlakken. Er was een overvloedige productie, zowel in de landbouw als in de voedingsindustrie, die resulteerde in een overvloedig aanbod in supermarkten en een dieet dat te veel vet, suiker en vlees bevatte. Enkele weetjes.
2 juli 2015  – Laatste update 4 april 2020 16:22
Lees meer over:
Beeld: Delhaize Group

 

Na de Tweede Wereldoorlog brak een tijd aan van overvloed op vele vlakken. Er was een overvloedige productie, zowel in de landbouw als in de voedingsindustrie, die resulteerde in een overvloedig aanbod in supermarkten en andere gespecialiseerde voedingszaken. Al die overvloed zorgde voor nieuwe problemen. Het voedingspatroon was dan wel rijkelijker en gevarieerder dan vroeger, maar werd ongezond om andere redenen: te veel vet, te veel suiker, te veel vlees en te weinig groenten en fruit. Enkele weetjes over voedselproductie en -consumptie in het naoorlogs tijdperk.


Op de foto zie je enkele klanten met hun karretjes aanschuiven in de eerste supermarkt in ons land: een Delhaizefiliaal op het Flageyplein in Elsene, geopend in 1957. Nu, bijna 60 jaar later, is Delhaize nog steeds een belangrijke speler – al wordt dat binnenkort Ahold Delhaize.

 

  • Met de nog verse herinnering aan honger tijdens de oorlog in het achterhoofd, richtte een jonge EEG een eerste Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in. Doel was de eigen productie te stimuleren en een goed inkomen voor landbouwers te garanderen, net als veilig en betaalbaar voedsel voor alle burgers.
     
  • Economisch succes, samen met een uitgebouwde sociale zekerheid, luidde het begin in van de gouden jaren ‘60. De koopkracht steeg, net als de vraag naar voedsel. Landbouwers moesten zich hieraan aanpassen. Behalve meer produceren gingen zij andere zaken produceren: hun focus verschoof van basisproducten zoals graan en aardappelen naar groenten en fruit, vlees en melk - producten met meer toegevoegde waarde.
     
  • De productie in de tuinbouwsector nam toe met liefst 212 procent tussen 1960 en 2000. In de akkerbouw bleef de toename beperkt tot 85 procent. De productiestijging werd gerealiseerd op steeds minder landbouwbedrijven. Van 215 000 bedrijven in 1950 zakte het aantal naar 175.000 in 1960, 79.000 in 1980 en 42.000 in 2000.
     
  • Mechanisatie, specialisatie en schaalvergroting waren duidelijk de codewoorden. Dankzij wetenschappelijk onderzoek konden niet alleen meer, maar ook nieuwe landbouwproducten worden geteeld. Paprika’s en champignons bijvoorbeeld maakten hun intrede, maar ook nieuwe vleessoorten, zuivelproducten en fruitvariëteiten zoals Golden Delicious en Elstar.
     
  • De grootste verandering op vlak van distributie na de tweede wereldoorlog was de komst van supermarkten. De trend was voorzichtig ingezet in de eerste helft van de twintigste eeuw, met ketens en voorverpakte waren. Maar na de oorlog en onder invloed van ontwikkelingen in de Verenigde Staten schoten supermarkten met een zelfbedieningssysteem als paddenstoelen uit de grond.
     
  • Delhaize opende zijn eerste supermarkt in 1957 op het Flageyplein in Elsene. GB volgde met een supermarkt in 1958 op de Antwerpse Luchtbal. Klanten werden er niet langer bediend door de winkelier, maar wandelden zelf met een winkelkarretje rond en laadden dat karretje vol met wat ze wilden.
     
  • Tussen 1950 en 1973 nam de koopkracht in België toe met gemiddeld 3,6 procent per jaar. Dat was nooit eerder gebeurd. De impact op de manier van winkelen, koken en eten was enorm. Een van de meest frappante veranderingen was de vleesconsumptie. Tussen 1948 en 1978 verdubbelde de Belgische industriearbeider zijn vleesverbruik: twee keer meer varkensvlees, vier keer meer ham, vijf keer meer vleesbeleg en maar liefst 19 keer meer kip. Dat cijfer had alles te maken met de opkomst van ‘kippenfabrieken’. Daar werden kippen gekweekt met als enige doel vleesproductie. De massaproductie deed de prijs kelderen.
     
  • Andere voedingsproducten die opvallend meer werden geconsumeerd vanaf de jaren ‘50 waren margarine, kaas, deegwaren, gebak, fruit en snoep. Betaalbaar voedsel werd overal en altijd beschikbaar – het Europees landbouwbeleid was op dat vlak geslaagd in zijn opzet.
     
  • Ook het drankpatroon veranderde in de tweede helft van de 20ste eeuw. In de jaren ‘60 en ‘70 nam de melkconsumptie van de Belgen af. Door middel van campagnes werd geprobeerd om dit melkverbruik opnieuw op te krikken.
     
  • De grootste nieuwkomer op de drankmarkt na 1945 was frisdrank. In 1959 stond in 70 procent van de Belgische fabrieken een cola-automaat. Het verbruik lag toen echter nog laag. Slechts 10 procent van de fabrieksarbeiders dronk uit die automaten. De grote doorbraak volgde in de jaren ‘70. Toen dronk volgens een enquête meer dan drie kwart van de middelbare scholieren ’s middags cola. Tot vandaag is België een land waar meer dan gemiddeld cola wordt gedronken: 69 liter per persoon per jaar.
     
  • Vandaag hebben Belgen, als alle verbruikte voedingswaren worden samengeteld, 3700 kcal ter beschikking. Dat is bijna het dubbele van de gemiddelde geschatte nood van 2000 kcal. Die overdaad leidde niet alleen tot nonchalance in de omgang met voeding en zo tot voedselverspilling, maar ook tot obesitas en diabetes.
     
  • Vandaag besteden Belgische gezinnen minder dan 15 procent van het gezinsbudget aan voeding. Dat komt overeen met bijna 5.000 euro per jaar. Meteen na de Tweede Wereldoorlog was het aandeel van voeding in het totale budget nog 50 procent. Toch kost een boodschappenkarretje vandaag, rekening houdend met de inflatie, meer dan vroeger. Dat komt omdat er meer duurdere voedingsproducten worden gekocht.
 

Het volledige verhaal ‘Productie en consumptie in massa (1950-2015)’ lees je op de website van het Centrum Agrarische Geschiedenis: www.HetVirtueleLand.be.  

Meer info over de evolutie van de landbouw en ons voedselpatroon vind je in het boekje ‘Terug in de tijd met Veldverkenners - 200 jaar boeren voor onze dagelijkse kost’. 

In de reeks ‘Uit de oude doos’ haalt Veldverkenners in samenwerking met het Centrum Agrarische Geschiedenis elke maand een oude foto, met een verhaal dat verbazend actueel is, van onder het stof. 

Gerelateerde artikels