@livewireStyle
header.home link

Uit de oude doos: het witte goud

Weinig groenten hebben zo’n logische naam als witloof. De smaakvolle seizoensgroente is immers niets meer dan het wit gekleurde loof van een cichoreiwortel die men laat doorschieten. Maar hoe kwam men op dat idee? Per toeval, zo blijkt. Dat hield de groente echter niet tegen om uit te groeien tot een Vlaams succesverhaal. Duik met ons mee in de geschiedenis van “het witte goud”.
18 september 2014  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 16:21
Beeld: www.HetVirtueleLand.be – Centrum Agrarische Geschiedenis

 

Weinig groenten hebben zo’n logische naam als witloof. De smaakvolle seizoensgroente is immers niets meer dan het witgekleurde loof van een chicoreiwortel die men laat doorschieten. Maar hoe kwam men op dat idee? Per toeval, zo blijkt. Dat hield de groente echter niet tegen om uit te groeien tot een Vlaams succesverhaal. Duik met ons mee in de geschiedenis van “het witte goud”.

 

  • Over het ontstaan van de witloofteelt is weinig gekend. Door een gebrek aan bronnenmateriaal zal de ontstaansgeschiedenis waarschijnlijk nooit helemaal achterhaald worden. In veel volksverhalen wordt de groente “per toeval” ontdekt rond Schaarbeek of Evere. Opvallend is dat veel vermeende ontdekkers in de Kruidtuin nabij de Schaarbeekse poort werkten.
     
  • Eén van die verhalen gaat over Franciscus Bres(s)iers, die rond 1834-1835 hoofdhovenier was in de Kruidtuin. In de kelderruimte die bedoeld was voor de teelt van champignons kweekte hij ook wit loof uit cichoreiwortels. Door de lange smalle bladeren die uit de cichoreiwortel schoten in het donker te kweken kreeg men witte bladeren die veel malser waren. Hier strooide hij aarde om de groei van het loof te bevorderen. Op de plaatsen waar de krop volledig met aarde was bedekt, verscheen er een soort gevulde krop in plaats van de gebruikelijke lange scheuten.
     
  • De kroppen van het eerste witloof zouden redelijk los geweest zijn. Door teeltverbetering kreeg men een vaste krop. Vermoedelijk kreeg het witloof tijdens de jaren 1860-1870 min of meer zijn huidige vorm. Op de tuinbouwtentoonstelling in 1873 te Gent werd het meer op punt gestelde gekropte witloof officieel voorgesteld aan het brede publiek.
     
  • Tot 1872 bleef de witloofteelt beperkt tot de landelijke gemeenten Schaarbeek en Evere. De verdere verstedelijking en uitbreiding van Brussel en de grotere bekendheid van witloof zorgden ervoor dat de teelt geleidelijk uitbreidde en verschoof naar de omliggende gemeenten. In het begin van de 20ste eeuw werd er ook druk geteeld in de driehoek Brussel-Leuven-Mechelen. Na de Eerste Wereldoorlog verankerde de witloofteeltcultuur zich sterk in Midden-Brabant en enkele gemeenten van de omliggende provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen.
     
  • De populaire teelt had ook een weerslag op het volksleven. Al voor de Eerste Wereldoorlog werden jaarlijks witlooftentoonstellingen en –wedstrijden georganiseerd om de teelt te promoten. Vanaf de jaren 1950 kwamen er ook witloofbals met de verkiezing van de Witloofkoningin of Witloofprinses. Tot vandaag staan de laatste twee weekends van september in Kortenberg helemaal in het teken van de jaarlijkse Nationale Witlooffeesten.
     
  • Na WOI gingen handelaars ter plaatse bij de boeren om het beste witloof te selecteren en op te kopen. Deze ‘Witloofmarchands’ transporteerden dit witloof naar de vroegmarkten om het daar te verkopen en ze voerden witloof ook uit naar het buitenland. In het begin van de 20ste eeuw namen coöperatieve maatschappijen de export over. In 1959 werd in Kortenberg de eerste witloofveiling geopend. Door het grote succes volgden er nog snel vele anderen. Vanaf dan werd witloof via de veiling verkocht.
     
  • Het succes van witloof was mede te danken aan de grote afzet in Frankrijk, Nederland, Duitsland, Engeland, Zweden en ook de Verenigde Staten. Al in 1872 was er een eerste witlooftransport naar Parijs. Tien jaar later kwam een regelmatige uitvoer naar Frankrijk op gang. Op het einde van de 19e eeuw was de Franse hoofdstad een belangrijke afzetmarkt geworden.
     
  • De Verenigde Staten groeiden na de Tweede Wereldoorlog uit tot een aanzienlijke afzetmarkt. Reeds in 1892-93 zou het eerste witloof uit Evere per schip in Amerika zijn toegekomen. Van succes was er echter geen sprake, want door de slechte verpakking en de lange transporttijd van zes tot zeven weken zag het witloof er weinig appetijtelijk uit. Daarom stuurden de handelaars inpakkers naar de boeren. Zij bladerden de kroppen af tot ze er zeker van waren dat er geen kans op rotten bestond. Deze kroppen legden ze in houten kistjes of kartonnen dozen.
     
  • De witloofteelt was arbeidsintensief waardoor de dure groente gedurende lange tijd alleen bij de rijkere klasse als delicatesse op tafel kwam. Naast rauw at men het witloof gekookt, gestoofd of gesmoord. Door de witloofkrop in haar geheel te stoven, bleef de mooie ovale vorm behouden.
     
  • Dankzij de hogere productie en stijging van de koopkracht, vond het witloof na de Eerste Wereldoorlog ingang in de keuken van de modale burger. In kookboeken verschenen er gerechten waar witloof in was verwerkt, zoals gevuld witloof en de bekende hesprolletjes met witloof en kaassaus. Nieuw was rauw witloof met mayonaise. Na de Tweede Wereldoorlog was witloof volledig ingeburgerd in de gewone keuken.
     
  • De opkomst van witloof op basis van hydrocultuur vanaf 1973 verdrong razendsnel de traditionele teelt van grondwitloof. Deze hydrocultuurteelt was niet meer grondgebonden en economisch voordeliger. Vandaag beslaat grondwitloof maar een klein deel van de totale witloofproductie.
     
  • In 1995 werd de vzw Brussels grondwitloof opgericht om de belangen van de Vlaamse grondwitlooftelers te behartigen. Er werd aan de traceerbaarheid van grondwitloof gewerkt, en een label moest grond- van waterwitloof onderscheiden. Grondwitloof werd daardoor een nicheproduct met een eigen prijsvorming. In 2008 werden ‘Brabants grondwitloof’ en ‘Brussels grondwitloof’ beschermd met streeklabels. Ook staat de teelt van grondwitloof sinds 2013 op de lijst van “immateriaal cultureel erfgoed’.
 
 
Het volledige verhaal ‘Het witte goud’ lees je op HetVirtueleLand.be.
 
Meer info over de grondwitloofteelt kan je ook lezen in het artikel 'Gespot in de winkel: grondwitloof'.
 
In de reeks ‘Uit de oude doos’ haalt Veldverkenners in samenwerking met het Centrum Agrarische Geschiedenis elke maand een oude foto, met een verhaal dat verbazend actueel is, van onder het stof. 

Gerelateerde artikels