Tip: wilde aardbeien uit het bos (of uit eigen tuin)

Beeld: andrey-fo - photocase.com

Ze zijn tegenwoordig het hele jaar door beschikbaar, maar toch blijft juni dé maand om aardbeien te kopen of te plukken. De zon klopt overuren en de productie in volle grond bereikt zijn piek – met exact het juiste suikergehalte en zachte prijzen tot gevolg. De typische cultuuraardbeien uit de winkel kent iedereen intussen wel, maar wist je dat er ook wilde varianten bestaan? 

(Kleine) bosaardbei

Aardbeien groeien in het wild, jawel! En dat in ons eigen kleine landje. De (kleine) bosaardbei is zo’n wilde soort, die vooral groeit in bosgebied (what’s in a name?). Ze zijn veel kleiner dan de aardbeien die wij in de supermarkt kopen (cultuur- of gekweekte aardbeien), maar geuren en smaken extra fris en zoet (let wel op: aardbeien die je plukt in het bos moet je eerst wassen, om besmetting met de vossenlintworm te vermijden). Topchefs en foodies zijn er gek op. Zij verwerken ze in vruchtensalades, sapjes, saus en confituur. Ook de bladeren kunnen trouwens verwerkt worden, in een kruidenthee of salade.

Als je niet het geduld hebt om wilde bosaardbeien te zoeken in het bos, kan je ze gemakkelijk zelf kweken. Ze trekken bijen aan en werken goed als bodembedekker, dus dat is mooi meegenomen. De plant doet het goed in de schaduw, op een vochtige, niet te rijke bodem. Hij draagt maar één jaar vruchten, maar vormt veel zaailingen die je kan planten om het volgende jaar opnieuw te kunnen oogsten. Let op: de bosaardbei heeft de neiging te woekeren. Als je niet wil dat je hele tuin wordt ingenomen, omring je de plant best met borders of kweek je hem in een pot. Zaaien kan vanaf midden maart en planten in volle grond vanaf midden mei.

Schijnaardbei

Opgepast! De bosaardbei wordt vaak verward met de schijnaardbei, die allesbehalve lekker is. Je kan ze nochtans gemakkelijk van elkaar onderscheiden door te letten op de kleur van de bloemen: die van de bosaardbei zijn wit, die van de schijnaardbei geel.

Grote bosaardbei

Naast kleine bosaardbeien kan je in het wild, eveneens in bosgebied, grote bosaardbeien spotten. De vruchten zijn wat groter (opnieuw, what’s in a name?) en hebben wit vlees. Ze zijn pittiger van smaak en verspreiden een meer muskusachtige geur. Vroeger (héél vroeger: voor de 17de – 18de eeuw) werden ze hier voor consumptie geteeld. Behalve door de grootte van de vrucht, kan je de grote bosaardbei onderscheiden van de kleine door de grootte van de bloemen: ook die zijn groter – maar eveneens wit. Wel oppassen als je dit plantje tegenkomt, want het is zeldzaam. Laten staan is dus de boodschap!