@livewireStyle
header.home link

Gespot tijdens de appelpluk: seizoenarbeiders

Veldverkenners, na de peren is het nu de beurt aan de appels. Ze hingen al een tijdje te blinken aan de bomen, en nu worden ze met massa’s geplukt. Om die hoeveelheid fruit te plukken en te verwerken, moeten fruitbedrijven beroep doen op heel wat extra tijdelijke krachten: de seizoenarbeiders. Wist je trouwens dat die evolueerden van zwartwerkende Vlaamse huisvrouwen tot legale Poolse studenten? Hoe dat komt en nog meer weetjes lees je hieronder.
18 september 2014  – Laatste update 4 april 2020 16:21

Veldverkenners, na de peren is het nu de beurt aan de appels. Ze hingen al een tijdje te blinken aan de bomen, en nu worden ze met massa’s geplukt. Om die hoeveelheid fruit te plukken en te verwerken, moeten fruitbedrijven beroep doen op heel wat extra tijdelijke krachten: de seizoenarbeiders. Wist je trouwens dat die evolueerden van zwartwerkende Vlaamse huisvrouwen tot legale Poolse studenten? Hoe dat komt en nog meer weetjes lees je hieronder.

 

Polen plukken het meest

Vooral in de fruitteelt is seizoenarbeid populair, het hoeft dan ook niet te verbazen dat vooral het Hageland elk jaar veel seizoenarbeiders verwelkomt. Dat gebeurde vooral vanaf de jaren ’70, toen de fruitteelt hier letterlijk begon te bloeien.

In die beginperiode werd er nog veel beroep gedaan op Vlaamse studenten, huisvrouwen en gepensioneerden. Tot 1994 stond dat plukwerk zo goed als synoniem voor zwartwerk. Vanaf dan werd echter de plukkaart ingevoerd: een registratiedocument waarop ook een loon werd vermeld. Hierop werd streng gecontroleerd en beboet. Dit maakte voor veel Vlamingen de pluk minder interessant, want een officieel loon betekende ook officiële belastingen ;-).

Bovendien werd doorheen de tijd ook het aantal studentenjobs uitgebreider. Vrouwen gingen werken en gepensioneerden vulden hun tijd anders in. Fruittelers verloren hun binnenlandse werkkrachten en moesten over de grens op zoek naar legale plukkers. Die vonden ze in de nieuwe Oost-Europese lidstaten (14 %), waarvan vooral Polen goed vertegenwoordigd is, maar ook in Afrika (6%). Van 45 procent seizoenarbeiders is de nationaliteit echter onbekend. Wat betreft zwartwerk doen enkel Roemenen het niet zo goed, zo’n 50 procent is niet in orde met zijn of haar plukkaart.

 

65 dagen goed verdienen

Het minimumloon van seizoenarbeiders ligt ietwat lager dan dat van een reguliere arbeider. Om te voorkomen dat fruittelers het hele jaar door gebruikmaken van die ietwat goedkopere arbeidskrachten, mag je maar 65 dagen per jaar als seizoenarbeider werken. De reeds gewerkte dagen worden door de teler ingevuld op de arbeider zijn of haar plukkaart als controle.

Kwatongen durven al eens beweren dat veel fruitbedrijven buitenlandse arbeiders aanwerven omdat ze hen minder moeten betalen dan Vlamingen. Niets is minder waar. Het minimumloon voor een Vlaamse of buitenlandse seizoenarbeider is exact hetzelfde. Afhankelijk van de leeftijd en de sector schommelt het bedrag: voor volwassenen ligt het tussen de 8,50 en 10 euro.

In Vlaanderen zijn er voor datzelfde loon veel jobs te vinden, die vaak minder intensief zijn. Voor Polen of Roemenen ligt dit loon echter drie of vier keer zo hoog als in hun thuisland. Voor hen is het bedrag dat ze op 65 dagen bij elkaar plukken een kleine schat. Logisch dus dat er meer Polen dan Vlamingen kandidaat zijn om hier als seizoenarbeider aan de slag te gaan.

 

Blozende wangen en sfeer

Toch is het niet al geld wat blinkt. Zo vertelt een seizoenarbeider dat hij het leuk vindt om in een multiculturele groep te werken, omdat hij zo andere mensen en culturen hun meningen leert kennen. Ook het werk in de buitenlucht spreekt veel plukkers aan. Ze vinden het zalig om thuis te komen met een blos op je wangen die nog een tijdje blijft nagloeien, en om fysiek moe te zijn in plaats van suf in je hoofd. Nog meer getuigenissen kan je vinden op de website van de VDAB.

 

Meer info

Het Hageland mocht niet altijd zo veel seizoenarbeiders verwelkomen. Sterker nog, tot in de 20ste eeuw moesten Hagelanders er zelf op uit trekken om in Waalse velden en fabrieken werk te vinden. Meer info hierover vind je in het artikel “Uit de oude doos: arbeidsmigratie in het Hageland (1850 – 2010)

Zelf zin gekregen om als bijverdienste in de frisse buitenlucht fruit te plukken? Dan kan je op de website van de VDAB terecht voor meer info over welke regels je moet volgen. Neem je je oogst liever mee naar huis? Dan kan je naar een zelfpluktuin. Je vindt een overzicht in onze agenda.

Benieuwd hoe de appel- en perenoogst eigenlijk in zijn werk gaat? Lees dan ons fotoverslag "In het spoor van de appel- en perenpluk".

Gerelateerde artikels