@livewireStyle
header.home link

Debat: ggo's, superfood of frankenfood of iets er tussenin?

Wat is jouw mening over ggo’s? En wat is de houding van consumentenorganisatie Test-Aankoop, de Field Liberation Movement, het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (IVLO) en Boerenbond?
24 september 2013  – Laatste update 4 april 2020 16:21

Er zijn weinig landbouw- en voeding-gerelateerde onderwerpen die zo veel emoties teweegbrengen als genetisch gemodificeerde gewassen of ggo’s. Iedereen herinnert zich bijvoorbeeld wel de aardappeloorlog in 2011, Toen een betoging tegen een veldproef in Wetteren uitmondde in een “veldbevrijding” volgens de actievoerders en een “veldvernietiging” volgens de wetenschappers. De oorzaak van die schermutseling? Genetisch gemodificeerde aardappelen die resistent zouden zijn tegen de aardappelplaag. Vergif volgens de één, een stap in de richting van een duurzamere landbouw volgens de ander.

Wat is jouw mening over ggo’s? En wat is de houding van consumentenorganisatie Test-Aankoop, de Field Liberation Movement, het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (IVLO) en Boerenbond?

Maar eerst – voor wie wil – een kort overzicht van wat je moet weten over ggo’s:

Gg-wat?

Een genetisch gemodificeerd organisme is een organisme waarvan het genetisch materiaal werd gewijzigd door een stuk of meerdere stukken DNA van een ander organisme toe te voegen, en zonder daarbij gebruik te maken van het natuurlijke voortplantingsproces. Hierdoor vertoont het organisme nieuwe of gewijzigde eigenschappen, dat het niet of slechts na vele jaren zou kunnen vertonen via natuurlijke voortplanting of klassieke veredeling.

Het ingebrachte DNA hoeft niet afkomstig te zijn van een (kruisbare) soortgenoot. Zo kan een eigenschap van een bacterie overgebracht worden in maïs en omgekeerd. In zo’n geval spreekt men van een transgeen organisme: het gen dat werd overgebracht is ‘soortvreemd’, en zou nooit op een natuurlijke wijze in het organisme terecht kunnen komen. Anders is de situatie bij cisgene organismen, waarbij gewerkt wordt met genen afkomstig uit soortgenoten. Hierbij wordt het werk van de natuur in zekere zin alleen maar versneld: na vele jaren voortplanting zou de natuur tot eenzelfde resultaat kunnen komen.

Op ons bord?

De ggo’s die vandaag al geteeld worden, zijn variëteiten van soja, maïs, koolzaad, katoen, suikerbiet, papaja, tomaat, populier en pompoen, bestand tegen bepaalde insecten, virussen of onkruidbestrijdingsmiddelen. Wereldwijd verbouwen 17,3 miljoen landbouwers in totaal 170,3 miljoen hectare ggo’s, verspreid over 28 landen (cijfers 2012). De Verenigde Staten lopen op kop, gevolgd door Brazilië en Argentinië. Europa hinkt sterk achterop, met slechts drie toegelaten ggo-teelten waarvan er één effectief verbouwd wordt: 129.000 hectare ggo-maïs in Spanje, Portugal, Tsjechië, Slowakije en Roemenië. In Vlaanderen worden geen ggo’s geteeld, tenzij op een aantal proefvelden, zoals dat in Wetteren.

Maar dat ze in Europa niet of weinig geteeld worden, wil niet zeggen dat ze niet in onze winkelrekken belanden. Want de EU heeft wel het licht op groen gezet voor de import en verwerking van een aantal ggo’s in veevoeder en levensmiddelen voor de Europese markt. Een lijst daarvan vind je hier.

Bovendien is het mogelijk dat wij onbewust sporen van die geïmporteerde en verwerkte ggo’s consumeren, omdat conventionele producten tot 0,9 procent van dergelijke ingrediënten mogen bevatten, zonder dat dit vermeld moet worden op het etiket. Als een product er meer van bevat, moet die aanwezigheid wél aangeduid worden – met uitzondering van melk, vlees, eieren enzovoort afkomstig van dieren die met ggo’s gevoed werden: die hoeven niet geëtiketteerd te worden.

Of de producten in onze supermarkten ook effectief sporen van ggo’s bevatten, wordt regelmatig gecontroleerd door het Voedselagentschap (kijk in de link bij 'activiteitenverslagen'). Ook Test-Aankoop doet af en toe een test. In 2009 onderzocht de organisatie 113 voedingsmiddelen met maïs en soja, waarvan ze dacht dat er geen ggo's in te vinden zouden zijn. Toch bevatte 10,6 procent wel degelijk sporen van ggo's, onder de toegelaten drempel van 0,9 procent. In 2012 werden nogmaals 111 producten gescreend, maar die bleken allemaal 'clean' te zijn.

Ter info: het Vlaams Instituut voor Biotechonologie (VIB), dat samen met ILVO betrokken was bij de aardappelveldproef in Wetteren, heeft recent een website gelanceerd om het debat over ggo's "terug naar de essentie te leiden". Op de website wil het instituut wetenschappelijk onderbouwde informatie verstrekken, bestaande uit nieuws, wist-je-datjes en achtergronddossiers. 

Gerelateerde artikels